Potroosjes zien het klein
Potroosjes krijgen bij de telers een speciale opkweek. Daardoor blijven ze beperkt in hoogte en zijn ze geschikt om binnenshuis verder geteeld te worden. Bloeien doen ze maximaal drie weken. 's Zomers willen de roosjes elke week een scheutje plantenvoeding, in de winter slechts eenmaal per veertien dagen. De potkluit mag nooit uitdrogen, anders vergelen de onderste blaadjes en stoot de plant haar bloemknoppen af. Hou je de potkluit extreem nat, dan loop je weer gevaar dat de plantenwortels gaan rotten. Felle zon stelt de potroos evenmin op prijs. Uitgebloeide bloemen verwijder je om de levensduur te verlengen.
Na de bloei kunnen de potrozen teruggesnoeid tot een lengte van circa vijf centimeter boven de potaarde. De plant zal opnieuw uitlopen en na twee maanden terug in bloei komen. Van midden mei tot september kunnen de potroosjes buiten de zomer doorbrengen. Plant je ze in volle grond, dan verliest ze haar miniatuurkarakter.