De verontreiniging is ontstaan na 1 januari 1987. Hiermee is er sprake van een zogenaamde ‘nieuwe’ bodemverontreiniging. Hiervoor geldt de zogenaamde ‘zorgplicht’ die stelt dat de verontreiniging opgeruimd moet worden. Hierover meldt artikel 13 van de wet bodembescherming het volgende:
“Ieder die op of in de bodem handelingen verricht als bedoeld in de artikelen 6 tot en met 11 en die weet of redelijkerwijs had kunnen vermoeden dat door die handelingen de bodem kan worden verontreinigd of aangetast, is verplicht alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van hem kunnen worden gevergd, teneinde die verontreiniging of aantasting te voorkomen, dan wel indien die verontreiniging of aantasting zich voordoet, de verontreiniging of de aantasting en de directe gevolgen daarvan te beperken en zoveel mogelijk ongedaan te maken. Indien de verontreiniging of aantasting het gevolg is van een ongewoon voorval, worden de maatregelen onverwijld genomen.”
De verontreiniging dient dus zo spoedig en goed mogelijk opgeruimd te worden, voor zover dat redelijkerwijs mogelijk is. Het bevoegde gezag Wet bodembescherming [WBB] dient hierover geïnformeerd te worden (in dit geval de provincie Flevoland).